woensdag

HET VEEM - Relativerende zelfspot - Dick van den Heuvel - Nieuws van de dag 8 juli 1983 en Financiel Dagblad - Marcel-Armand van Nieuwpoort

Nieuws van de Dag 8 juli 1983 -
Relativerende zelfspot

AMSTERDAM, vrijdag Mimetheater op zichzelf is een kunstvorm, die rich moeilijk laat definieren en daarom vaak de combinatie zoekt met andere expressiemiddelen, zoals film (Per­ spekt), muziek en beeldhouwkunst (Onk), of dans (Waste of Time). Bij Bewegingsstudio Bet Veem lijkt bet alsof bet cabaret de mimers heeft geholpen om uitdrukking te geven aan thema's en onderliggende gevoelens.
Bij de pro­duktie ,,Een stoel om op te zitten", die in het kader van het Zomerfes­tijn nog tot
zondag (aan­ vang 21.00 uur) te zien is in bet eigen theater aan de Van Diemen­ straat in bet Westelijk Ha­vengebied, gaat bet om drie mannen, die elkaar voortdurend op onweer­staanbare wij­ze de kaas van het brood eten. In feite komt de voorstelling neer op een uitgewerkte ontbijtsce­ne, die naarnate de tijd vor­dert, langzaam doch zeer ze­ker ontaardt in een onder­huidse chaos.



Zo weet de prullenbak op bet laatst niet meer of hij nu dient om afval tot zich · te nemen of bij het opengaan muzikale wanklanken (Man­ tovani) ten gehore te brengen en laat een waterkraan telkens bij het overhalen van de lichtschakelaar klette­rend en stralend van zich horen. Wat daarnaast op het' podium wordt gebracht door de heren Sjoerd Schwibet­tus, Adri Verberne en Willem van Rinsum had een eenvoudig spel zonder woorden kunnen zijn, ware het niet, dat zij zich te pas en te onpas storten in choreogra­fieen, die zich best zouden thuisvoelen op het ministe­rie van Rare Loopjes, zoals dat eens door Monty Python is ingesteld.
Pure kolder is ,,Een stoel om op te zitten", waarbij hoogstandjes van bewegings­kunst niet ontbreken. Prach­tig zoals de ene speler zich een tiental keren van de grond af in de armen van de
ander laat rollen, waar hij de. laatste keer zijn collega zal aantreffen, die net iets eer­der deze liefdevolle houding heeft aangenomen. Zulke scenes vergen bet uiterste van lichaamsbeheersing en danstechniek, die beide op. dat moment volledig in dienst staan van het humoristische effect.

,,Een stoel om op tezitten" is droogkomisch van begin tot einde, waarbij het lijkt alsof ook de drie mannen op de buhne bet allemaal voor de eerste keer meemaken en van de ene verbazing over bun eigen doen en laten in de andere vallen. Zo wordt door Bewegingsstudio Het Veem weer een nieuwe facet aan' · de mimetheaterkunst toegevoegd, waarbij de groep er zelfs in geslaagd is iets te doen, wat ik in die richting van de podiumkunsten nog niet echt hen tegen gekomen: Het Veem relativeert in de voorstelling de door de groep zelf gekozen vorm en neemt daarmee afstand van het ern­stige en bloedserieuze, wat het mimetheater in Nederland zo langzamerhand typeert.

Dick van den Heuvel 




HET FINANCIEELE DAGBLAD

door Marcel-Armand van Nieuwpoort


Onder de motto's .,Amsterdamse groepen in hun theaters en stu­dio's" en ..Taal geen probleem" vond er de afgelopen maand een muziek- en theaterfestival plaats. Deze manifestatie met de titel Zomerfestijn is een toe te juichen ini­tiatief , om toeristen in de zomer ook ,.verstaanbaar" theater te la­ten zien en vanwege de overbrug­ging van het theaterseizoen, zodat de liefhebbers niet maandenlang
,.droog" hoeven te staan.
De verstaanbaarheid van de voorstellingen was het uitgang­ punt van de organisatoren van dit festival. Vandaar dat de keuze viel op non-verbale · theatersoorten: dans, mime en bewegingstheater. Een groot deel van ,de Amster­damse dans- en mimegezelschap­pen nam deel: Stichting Danspro­duktie, Vals Bloed , Geraldine Brans, Grifteater, Bewe­gingsstudio, Termiek, Waste of Time, Bewth en vele anderen.




Just van Rossem - Helderse Courant 22 november 1982 - Het Veem-Bruinsma+Schwibettus

HET VEEM, AMSTERDAM -
Mime­ voorstelling ,,Solo" van Klaske Bruins­ ma. Script/vormgeving: Klaske Bruins­ ma/Hein Vrasdonk. Regie: Hein Vras­donk. Licht/geluid: Sjoebert Schroder. Kostuums: Hanninka Luitwieler. Organisatie: Els Agtsteribbe. 
En: ,,Dat was de moeite waard" door Stichting Bewe­gingstheater Amsterdam. 
Spelers: Sjoerd Schwibertus, ·Adri Verberne en Jeff Glassman (United Mime Workers, USA). Licht: Harry de Vries. Decor: Kees Nobel. 
   

   De traditie van het moderne mime- en bewegingstheater is nog niet zo oud. In ons land be­ horen Rob van Reijn, Will Spoor en Jan Bronk tot de voorlopers. Van de vele gezel­schappen die zich hiermee be­zighouden presenteren zich de­ ze week een tweetal met een aantal try-outs: Het Grif teater aan de Plantage Kerklaan 61 (tegenover Artis) en de Stich­ting Bewegingsstudio in Het Veem aan de Van Diemen­straat 10. De voorstellingen zijn erop berekend dat men in principe overal kan optreden: op straat, in een theater, in een buurthuis of op een school.

   Klaske Bruinsma volgde haar op­ leiding bij het Nederlands Mime Theater van Jan Bronk en Frits Vo­ gels en in de school van Koert Stuyf en Will Spoor. Beeldend vormgever Arnold Hamelberg en danseres Pau­line de Groot hadden ook belangrij­ke invloed op Klaske's werk. De re­gie is in handen van de Bergenaar Hein Vrasdonk.
In ,,Solo" zijn de omgeving en al­lerlei objecten de tegenspelers: Klaske opereert vanaf een twee meter hoge, uit dunne metalen buizen opgebouwde bok: Een op vier wiel­tjes rijdende toverdoos die allerlei voorwerpen bevat. In de eerste plaats gekozen op hun geluidsmoge­lijkheden: Een zingende zaag, een mondharmonica en een sirene. Af­ wisselend wordt de bok voortbewogen door een met zuignap uitgeruste vaarboom en twee roeiriemen die de illusie wekken van varen en vliegen. Illusie en realisteit botsen of gaan in elkaar over. Soms wordt de illusie realiteit en de realiteit illusie: door hem aan aan drie zijden met plastic gordijnen af te sluiten fungeert de bok als badkamer (compleet met douche). De twee roeiriemen maken als verlengstuk van de armen een intrigerend "vogelachtig" dansen en draaien mogelijk, in een cirkel die door een lichtspot van boven nog eens wordt benadrukt.
   Klaske ver­andert zelf ook. Ze wordt een hek­sachtig wezen met krijtwit masker en lang haar; in een ,,beestachtig" happende figuur begeleid door twee langdurig in- en uit-geademde ak­koorden van haar mondharmonica of het lyrische zoemen van de zin­gende zaag. Soms is die zaag een stuk gereedschap: Gewoon een zaag.

Het stuk is nog steeds groeiende. Het kan gespeeld worden als kinder­ voorstelling en als programma voor volwassenen. De delen zijn afzon­derlijk of in verschillende combina­ties te spelen. Het geheel duurt ca. 45 minuten.
   Klaske Bruinsma maakt ook deel uit van het programma ,,De Na­brief" dat morgen in premiere gaat in het Amsterdamse Shaffytheater. Oat bevat fragmenten uit mimogra­fieen van Frits Vogels uit '67 en '68 (toen: Bewegingstheater BEWTH). Klaske Bruinsma's solo is 2 en 3 de­cember te zien bij Provadja in Alk­maar.

   Hoewel het programma ,,Dat was de moeite waard" van Sjoerd Schwibettus en Adri Verberne  even­eens circusachtige en humoristische elementen bevat, wordt duidelijk op vanuit strenge choreografische grondslagen gewerkt. lnventieve op spiegelgevechten gelijkende dansen die met grote souplesse worden uit­gevoerd wisselen af met regelrecht van de aloude cascadeurstraditie afkomstige val- en torentrucs. Ze wor­den uitgevoerd met een bijna van­ zelfsprekend-lijkende perfectie. Dit vereist een lichaamsbeheersing die slechts tot stand komt door langdu­rige en constante training. Ook deze voorstelling waarbij -echt water ­ lekkende kranen, tikkende pendu­les, klapperende vuilnisemmers en een ,,zuchtende" stoel belangrijke elementen vormen, kan worden ,,be­steld" via het Grifteaer Amsterdam, telefoon (020) 244418.

   JUST VAN ROSSEM

Parool 15 juni 1983 - Nieuw theater leven in oude, kille pakhuizen MARJO VAN DER MEULEN

Parool 15 JUNi 1983

Nieuw theater
leven in oude, kille pakhuizen
MARJO VAN DER MEULEN

   Je moet wel fantasie hebben wil je in de kille, gigantische pakhuizen aan de Van Diemenstraat toekomst zien. Het eind vorige eeuw gebouwde Veem Oranje Nassau op nr 10 en het pakhuis op nr 12 waren tot 1978 opslagruimte voor thee, kof­fie, cacao en tabak. Daarna stonden ze leeg en werden met ondergang bedreigd. Grote, kille ruimten. De twee pakhuizen zijn 25 m diep en 90 m lang, de totale opppervlakte 10.000 vierkante' meter.
Ik herinner me een eerste bezoek enige jaren geleden toen bewegingstheater BEWTH daar een serie voorstellingen gaf. 't Was, dat het optreden van de groep veel goed maakte, want het was wel een avondje ontberingen trotseren: buiten in de doodse straat in de miezer wachten tot de eerste voorstelling afgelopen was en de ploeg voor de tweede voorstelling naar boven kon. Vervolgens in het schemerduister een wenteltrap beklimmen om dan in het pikkedonker naar een tribunetje geleid te worden, waar je uitgerust werd met de­ kens die te erge afkoeling moesten voorkomen.
't Veem was niet een gebouw waar ik naar terug verlangde.
Inmiddels gonst het in dat gebouw van de acti­viteiten. Er zijn gelukkig mensen die door de ontberingen heen het licht zien en met een inspi­rerende dosis idealisme gaan werken aan een nieuwe toekomst voor een doods pakhuizencom­plex.

   Sjoerd Schwibettus is zo iemand. Hij is oprich­ter van de Bewegingsstudio 't Veem die er - met BEWTH en andere groepen - tijdens het Zomer­festijn optreedt. Hij is een van de mensen achter de Stichting tot behoud van 't Veem aan de Van Diemenstraat 10-12. Via deze stichting wordt de bedrijfsruimte uitgegeven. In het sousterrain, de le, 2e, 3e en 4e verdieping is/wordt gebouwd. Als alles klaar is, zullen zo'n 80 bedrijven een werk­ plek in de pakhuizen hebben gevonden. Een bont gezelschap: edelsmeden, aannemers, (scheeps­)timmerlieden, architecten, galeriehouders en uitvoerende kunstenaars.
Pionier Schwibettus zit er al enige jaren op zolder met zijn Bewegingsstudio. Dat betekent niet dat daar de boel klaar is. De tribune wordt deze zomer verplaatst naar de andere kant van de zaal en     Schwibettus is in overall en enigszins wit bestoven bezig aan een muur die voor het Zomer­festijn af moet zijn. Tijdens het zomerfestijn wor­den in de theaterzaal een aantal gastoptredens gegeven en brengt de Bewegingsstudio zelf de nieuwste produktie Een stoel Om Op Te Zitten.
De kern van de Bewegingsstudio bestaat uit negen mensen: drie dansers, drie mime-spelers en drie technische/administratieve mensen. 
   In Een Stoel Om Op Te Zitten ligt het accent wat meer op mime, terwijl in andere produkties de beweging weer meer aandacht kreeg. Hoewel er wel tekst in het stuk is, is het verhaalmatige niet relevant. 'Het gaat me niet om een boodschap. Van het publiek vraag ik, dat ze nadenken, proberen wat te doe? met wat ze zien. Publiek moet actief zijn'. Schwibettus typeert het werk van de Bewegings­studio als lijfelijke poezie.
Belangrijk onderdeel van het werk zijn de lessen die in de studio worden gegeven. Ze zijn voor _ iedereen toegankelijk. Moderne dans, mime staan op het programma,. maar ook improvisatie, zang, acrobatiek. Er komen mensen lesnemen die nooit iets aan bewegen hebben gedaan. De laatste tijd ook nog al wat werklozen. Maximaal kunnen er achttien aan een les deelnemen. Sommigen leer­lingen spelen weleens mee in een produktie..
Het heeft weinig of niets met een 'echte' balletklas te maken. In de Bewegingstudio geen cultus van kleurige maillots, beenwarmers eh balletpakjes. Er wordt niet of nauwelijks met spiegels gewerkt. Juist de beperking van de mensen die de lessen volgen vindt Schwibettus boeiend. 'Het blijft voor· mij interessant met mensen te werken die nog nooit iets aan bewegen gedaan hebben. Die kennis helpt me ook, om in het werk wat we doen, niet te veel met oogkleppen op, m'n eigen weg te volgen.
Juist door de leerlingen groei je niet af van het publiek.'
   Schwibettus is een principieel experimenteer­der. 'Wat voor mij interessant is te onderzoeken is op den duur interessant voor het publiek. In principe moet het kunnen dat ik - indien nodig - experimenten doe, die het aanzien niet waard zijn. De experimenten zitten altijd in het pro­gramma, dat wel zo is opgebouwd dat het experi­ment niet gaat overheersen. Experimenteren doe ik uit angst om vast te roesten. Theater moet ontstaan op het toneel. Theater houdt op theater te zijn als het niet prikkelt. Vandaar ook de keuze voor het verhaalloze. Mensen vragen wel eens na afloop: moet ik lachen, zat r nou een verhaal in? Alles mag, alles zit er in. Het ligt er aan wat zij gezien hebben. Ik wil doorbreken, dat er te veel vaststaat. Ik wil niet inspelen op een verwachting van het publiek'.
Het klinkt allemaal nogal abstract. 'Je gebruikt wel abstacte gegevens,' geeft hij toe, 'maar wat we doen is veel begrijpelijker dan het zo in woorden uitgedrukt lijkt. We werken in een ander kader dan de ouderwetse theaterbezoeker gewend is. Het is allemaal niet voorgebakken. En daar ben ik blij om. Ik hoop dat het publiek zelf z'n keuzes maakt.'

Luuk Utrecht, Volkskrant 1 februari 1983 Nederlandse mime brengt gemengde gevoelens teweeg

Luuk Utrecht, Volkskrant 1 februari 1983
Nederlandse mime brengt gemengde gevoelens teweeg 

   Groep: Termiek. Produktie: Rapporti Impari
(Hans Bosch). Theater: Plaru:iusgebouw, Plantage Kerklaan 61. Amsterdam (tot en met 5 febru­ ari).

   Groep: Het Veem. Produktie: Fen stoel om op te zitten te zitten (Sjoerd Schwibenus). Theater: Belle­vue, Amsterdam. Eerstvolgende voorstclling:  Het Veem, van Diemenstraat 10, Amsterdam (13 en 20 februari)
  
   Groep: Prisma. Produktie: Getroffen het toeval (Collectief werkstuk). Theater: Shaffy Thea­ter, Amsterdam. F.erstvolgende voorstelling: De Melkweg, Amsterdam (17 en 18 februari).

Gaat het goed met de moderne mime in Nederland? 
 Het antwoord kan zijn "ja en nee". Dit kan worden geconclu­deerd naar aanleiding van een aantal nieuwe produkties.
Het ,,nee" heeft dan betrekking op het feit dat er de laatste jaren in de techni.sche uitvoering weinig verbete­ ring is te bespeuren. Menige mirnepres­etatie geeft voedsel aan het gerucht dat de Nederlandse mimespeler zijn spieren opwarmt door voor de kachel te gaan zitten, in plaats van zich te vermoeien met degelijke oefeningen. hier kan de Nederlandse mimespeler bet best een dansopleiding volgen om bewe­gingstechniek te verkrijgen; zoals Mar­gie Smit bijvoorbeeld demonstreert in het vaak boeiende film- en beweging, in theater dat zij met Dick Hauser bracht onder de titel 30 Man.

In creatief opzicht gaat het echter wel goed. De manier waarop de Nederlandse mime naar nieuwe benaderingswijzen zoekt is, hoewel niet altijd overtuigend, vaak verfrissend of verrassend. Hiervoor zoekt men meestal aansluiting met andere kunstvormen, met name acteer-, zang- en danskunst, met daarbij voor­ keur voor absurdistische situaties. Wat dit betreft gaat het Onk Theater het verst, met zijn doldwaze voorstelling Drie Heren.

De gemengde gevoelens die de Neder­landse moderne mime oproept, waren het meest schrijnend bij de uitvoering van Rapporti Impari door Termiek. Kenmerkend is dat Hans Rosch dit stuk maakte voor een zangeres (Trudie van Haaster), een violist (Egbert Kreiken) en twee mimespelers (Bosch en Jacques Kriek). Maar het is veelbetekenend dat de twee muzikaal geschoolden in vakbe­kwaamheid de twee anderen de baas zijn. De jonge Kriek is waarschijnlijk wel begaafd maar heeft als mimespeler, zo te zien, nauwelijks een opleiding ge­had. Terwijl de meer ervaren maar eveneens onzeker bewegende Bosch zich beter kan concentreren op regie en
mimografie. Want er zijn dikwijls sfeer­ volle momenten in zijn soms verrassend uitziende stuk.
De mimestijl van Rapporti lmpari laat de in- Nederland veelvoorkomende combinatie zien van gestileerde bewe­gingen en alledaags realisme. Dit geldt ook voor de productie Een stoel om op te zitten van bewegingsstudio Het Veem. Deze lijkt te gaan over een man (Jeff Glasman) die een vriendenstel (Sjoerd Schwibettus en Adri Verberne) als buren heeft. soms is het bewegingsspel fel realististisch, bij voorbeeld wanneer het drietal gezamenlijk eet en druk in de weer is met melkflessen, geroos­terd brood en potten pindakaas. Soms is de mimografie gestileerd en wat dit be­treft zijn er niet meer dan twee geslaagde taferelen. Het ene brengt dagelijkse sleur in beeld, met bet ritueel van jas aantrekken en das oppakken. Het andere is een buitelend, acrobatisch bewegingsspel waarin de agressieve spannin­gen tussen de drie tot ontlading komen.
Voor het overige is de meeste vinding­rijkheid verbruikt in het schilderen van de geluidsoverlast die buren elkaar aan­ doen. Hierbij zijn heel mooie vondsten, zoals bij voorbeeld de bakken met grint waarin knerpend wordt gelopen of de lichtschakelaar die niet alleen een staande lamp in werking stelt, maar ook een kletterende waterkraan en een brullende stofzuiger.

Naast huis-, tuin- en keukenrealisme is ook de speeltuin favoriet in de moder­ne mime. Een aantrekkelijk voorbeeld.· hiervan is de speelse produktie Getrof­fen het toeval door mimecollectief Pris­ma. Geen gestileerde bewegingen ko­ men aan bod, maar alleen gewone bewe­ gingen die iedereen· kan maken. Het gaat over vier individuen die ieder een eigen behuizing of territorium hebben: een vrijbuiter (de opmerkelijk lenige Danny Alice) woont in een ijzeren vat, een damesachtige vrouw (Lydia Meist) kruipt regelmatig in een kartonnen doos, een militaristische man (Martin Mens) klimt als een aap rond in een buizenconstructie en de derde man (Pe­ter Lemmens) is een gangsterachtig type dat los rondloopt.

Van tijd tot tijd komen ze bij elkaar op het speeivlak waarbij hun lievelings­ spelletje plagen of pesten lijkt te zijn. Soms heeft dit een gruwelijk karakter, bij voorbeeld wanneer de vrouw als een hulpeloos offerdier aan een koord wordt opgehangen. Meestal is het bewegings­spel echter ongevaarlijk grappig of dwaas, met genoeg (toevals?)treffers die de voorstelling van begjn tot eind amu­sant maken.

Opmerkelijk is dat Prisma, meer dan andere groepen, veel nadruk legt op puur mimografische scenes. Tot de be­langwekkendste behoren het tafereel waarin een man hoog in de lucht loopt terwijl anderen hem ondersteunen, mi­litaristische kruip- en klimoefeningen, een springerige mimografie met veel abrupte bewegingen en tenslotte een zwierige paardans voor de vrouw met een man, welke door de twee andere mannen wordt geparodieerd.

dinsdag

IN DE RIJ VOOR EEN PLAATS IN pakhuis 't VEEM - Haarlems Dagblad 6-11-1981

De dansstudio van Sjoerd Schwibettus in Het Veem. Hij ontwierp een zwevende vloer die volgens hem uniek is in Amsterdam.
NIEUW LEVEN
IN EEUW OUDE
OPSLAGPLAATS
VOOR KOFFIE
EN TABAK


* Een nog maagdelijke etage van pakhuis Het Veem. 
(Van een onzer' verslaggevers)

Van buiten is Het Veem Oranje Nassau een saai, grauw
:Diemenstraat aan de Amsterdamse Houthaven. . Van er van aktiviteit. Sinds kort, want de bijna honderd jaar koffie en tabak is na vier j&ar leegstand gekraakt door 
die aan de slag willen in hun werkplaats, atelier, studio,
delijk zijn als de gemeente dat wel wil. Dat
is een van de best bewaard gebleven pak­huizen in de stad."
Solide
Het Veem is ongelooflijk solide van constructie.  De boomdikke en puntgave rij van vijftien kilometer Amerikaans grenehout. De etages steunen op 300 ijzeren pilaren die in roestvrije staat verkeren. Het gebouw heeft geen rotte plekken, is uitstekend onderhouden en lijkt een nieu­we bestemming af te wachten.
Schwibettus en enkele anderen zochten al langer een groot pand in Amsterdam. dat werkruimtes voor verschillende groe­pen kon bevatten . Uitgangspunt daarbij was: iedereen heeft zijn eigen ruimte, maar daardoor zijn er mogelijkheden tot samenwerking. De groeperingen zouden verschillend van aard moeten zijn, kunst en commercie konden elkaar best verdragen . De 24 groepen die op dit moment van het Veem gebruik maken ziin zeer uit-


HET VEEM BUITENGEMEEN - Uitkrant november 1981

Uitkrant november 1981


HET VEEM AMSTERDAM BUITENGEMEEN

Aan de trits die we twee nummers geleden over het goed en fantastisch gaan van Amsterdam zijn begonnen, zouden we dit keer eigenlijk een n6g overtreffender trap moeten toevoegen: 'buitengemeen ' bijvoorbeeld. Tot die conclusie kwamen we met Sjoerd Schwibettus tijdens ans bezoek aan zijn nieuwe Bewegingsstudio, die tot voor kart aan de Korte Prinsengracht was gevestigd. Nu is het adres: Van Diemenstraat 10-12, en heet ze 'Het Veem '. Het Oranje Nassauveem van Pakhoed nabij de Westerdoksdijk. lngang aan de IJ-kant.

Buitengemeen ja , want nadat de duivenpoep op hun verdieping onder het dak was weggewerkt, is er een zwevende dansvloer naar eigen ontwerp in gelegd, die - toen wij kwamen kijken - druk door kroost van de betrokkenen werd beproefd. ·Enorm veel werk ', zeiden Sjoerd (en Gain: B,5 X 12 meter; in een zaal van 10 X 25, zodat het studio-idee kon warden gerealiseerd. En dat in een zaal van 7 meter hoog.

GEKRAAKT
Het is de vierde verdieping met een prachtig uitzicht op het JJ. Op de derde is een kantoor ingericht en zijn kleedkamers in aanleg. Douwe lest bereidt de bouw van een bioscoop in het veem voor; er is al een meubelmaker met zijn werkplaats; Josephine Hamming heeft een Foto-Filmwerkplaats ingericht en hoeft maar uit de-ramen te kijken om de schoonheid af te drukk.en. Toch gaf ze de voorkeur bij ons bezoek aan Kors van Bennekom toen hij haar op de gevoelige plaat zette. En dat alles en nog veel meer komends wil zowel Amsterdam rijker maken aan studie-, cursus- en ontspanningsmogelijkheden als Het Veem redden.

'Eigenlijk hebben we het gekraakt' , vertelt Sjoerd: 'Het is nog eigendom van Pakhoed en zou eind 1982 moeten worden gesloopt . We hebben een stichting 'Het oude Veem' opgericht en die wil het officieel gaan beheren.'
Nu zou slopen waanzin zijn, want dit veem is waarschijnlijk een van de fraaiste en best gebouwde sinds 100 jaar. Er zit 15 kilometer van de allerbeste in Amsterdam voorhanden balken in, die steunen op een kleine 300 pilaren van een soort ijzer dat waarschijnlijk niet meer gemaakt kan warden . Het ritme van die zuilen, de kleur van de balken, ze bepalen het unieke gezicht van dit industriele monument uit 1896.
'We hebben met z'n alien geen cent', vertelt Sjoerd nog, en daarmee onderstreept h_ij het heldendom van deze onderneming. Die Pakhoed overigens met 'vriendelijkheid ' gadeslaat , omdat deze pakhuis-gigant er kennelijk graag keurig van af wil. Dan zal de Gemeente over de brug moeten komen, waar - zo begrijpen we - kans op bestaat . Die wil wel een combinatie van kleine ambachten, waartoe ook het menselijk bewegen volgen professionele wetten behoort. Een 'bedrijfsverzamelgebouw ' schijnt zoiets te moeten heten.

7/11: OPEN DAG
Op.7 I 11 is er een eerste kennismakingsdag voor ieder die wil komen. Bij Sjoerd & Gail, bij Josephine, die op de tweede ve'rdieping de mogelijkheden van haar foto-film-werkplaats demonstreert .

Een •open theater ' dat die zaterdag door velen wordt bespeeld, van Termiek tot de Victoria Varekamp Friends Band, plus workshops en een vertonen van het uitgebreide lesaanbod. Want dat staat voor Bewegingsstudio Sjoerd & Gail natuurlijk nog steeds voorop. lnformatie: tel. 26.01.12.

U wordt verzocht, Uw kroost in ruime mate mee te brengen. Wei moeten zij (en U) op de
'Eigenlijk hebben we het gekraakt' , vertelt Sjoerd: 'Het is nog eigendom van Pakhoed en dansvloer ongeschoeid dartelen. Voor het november-programma zie Agenda (p. 7 I 10).


WASTE OF TIME TREEDT IN NOVEMBER OP ZOWEL IN HET VEEM ALS IN SHAFFY - orr IS EEN SCENE urr 'USTEN' (FOTO: GERDA V.D. VEEN}
··················